DSC 9687

Wat je ouders je niet vertellen

De veertienjarige Nikita is, zoals ze zelf zegt, Covey fan. Ze woont inmiddels een jaar op Horizonlocatie het Bergse Bos. Via de groepsleiding kreeg Nikita het boek ‘De zeven eigenschappen die jou succesvol maken’ van Sean Covey. Ze las de achterkant en werd enthousiast. ‘Het was net alsof het boek tegen me sprak.’

De zeven eigenschappen van Covey

‘De zeven eigenschappen die jou succesvol maken’ is geschreven door Sean Covey, de zoon van Stephen Covey. Sean vertaalde de ‘ De zeven eigenschappen van effectief leiderschap ’ naar een leesbare en aansprekende versie voor jeugdigen. Nikita: ‘op het boek stond: wat je ouders je niet vertellen. Dat sprak me meteen aan. Ik heb zelf nooit in een normaal gezin geleefd, maar ik denk niet dat iedere jongere dit meekrijgt in zijn of haar gezin. Ik begon te lezen en vond vooral de quotes heel gaaf. Door die quotes lijkt het alsof de schrijver het tegen je vertelt, in plaats van dat je het zelf leest.’

Door het boek ben ik gaan nadenken over wat ik wil

Eerste klas versie

‘De quote die me het meeste aansprak in het boek was van Judy Garland: Zorg dat je altijd een eerste klas versie bent van jezelf in plaats van een tweede klas versie van iemand anders.’ Ik denk zelf dat kinderen vaak proberen om iemand anders te zijn, terwijl ze dat eigenlijk niet willen. Ik probeer me zelf altijd op te stellen als iemand die door niets of niemand geraakt kan worden. Als je net doet alsof je geen hart hebt, kan je hart namelijk ook nooit gebroken worden. Maar wanneer ik bij mijn vrienden ben, dan ben ik veel meer open en gezelliger. Ik denk dat ik meer kan hebben van vrienden die ik langer ken, omdat ik ze meer vertrouw.’

Bergse Bos

Nikita woont al sinds haar derde jaar niet meer thuis. ‘Mijn moeder was verslaafd. Sindsdien ben ik overal geweest. In 2012 kwam ik in een pleeggezin terecht maar daar ging het niet goed.Ik kwam terecht in de crisisopvang, daar heb ik een half jaar gezeten. Ik zat op het randje van gesloten jeugdzorg. Toen heb ik een brief geschreven en gemotiveerd waarom ik vond dat ik nog een kans moest krijgen. Zo kwam ik in 2014 bij Horizon op het Bergse Bos terecht.’

Herkenning

Nikita vertelt dat ze aan het denken werd gezet over situaties door het boek. ‘Bijvoorbeeld: ik moet eerst naar mezelf kijken voordat ik een ander ergens op wijs. Maar om het meteen te gebruiken vind ik soms nog wel moeilijk. Die vooroordelen gaan niet zomaar weg. Ik ben wel op een andere manier naar mezelf gaan kijken en gedraag me ook anders.’ Op de vraag of haar vrienden dat ook aan haar merken, reageert Nikita: ‘Gek, ik heb het eigenlijk nog nooit aan hen gevraagd. Ik vind dat ik mentaal volwassener ben geworden. Mijn mentor geeft aan dat ik gegroeid ben en dat vind ik zelf ook. Ik vind het fijn dat ze het ook herkennen op de groep. Zo krijg ik weer een stukje vertrouwen dat ik goed kan gebruiken.’

Meer bereiken

Nikita schreef alle quotes die haar aanspraken op memoblaadjes en hing ze op haar kamer. ‘Die quotes hielpen als ik iets wilde bereiken. Zo kreeg ik meer voor elkaar. Ik vroeg meer, terwijl ik dat heel moeilijk vind omdat ik bang ben voor afwijzing. Ik ben beter gaan kijken naar de verdeling tussen tijd hier en op school, en ik ben gaan nadenken hoe ik ervoor zorg dat mensen mij vertrouwen, want ik loog heel veel. Dat doe ik nu niet meer, omdat ik zie dat als ik eerlijk ben, ik ook meer bereik.’

Doel voor ogen

Nikita heeft een doel voor ogen. ‘Door het boek ben ik gaan nadenken over wat ik wil. Ik zou graag vervroegd op kamertraining gaan. Dan kan ik in de buurt van mijn vriend wonen. Ik wil heel graag op mezelf. Ik vind het belangrijk dat ik eerst alles op een rijtje heb. Ik wil graag mijn VMBO diploma halen, en het vertrouwen hebben dat ik het kan, voordat ik die stap zet. En anders zou ik graag naar een pleeggezin willen.’ Vertrouwen is een sleutelwoord voor Nikita. Als ze gevraagd wordt of ze deze plannen ook al met haar mentor en voogd heeft besproken, zegt ze: ‘Mijn mentor weet wel wat ik wil, maar mijn voogd heeft er volgens mij nog geen vertrouwen in. Dat komt wel heel hard aan. Gelukkig kan ik er hier met mijn mentor over praten. Ik heb het idee dat mijn voogd in het verleden blijft hangen en dat ze denkt dat ik niet kan veranderen. Terwijl ik wel veranderd ben. Ik kan het geloof ik niet zo goed met haar vinden, maar ik heb wel respect voor haar. Ik vind dat iedereen een minimum aan respect verdient.’

Mensen helpen

Nikita heeft iedere dag contact met haar vader via Whatsapp. ‘Mijn vader verwacht veel van me maar hij behandelt me nog als een klein kind. Hij ziet nog niet echt verandering bij mij en als ik er iets over zeg, dan maakt hij er zich vanaf met een grapje. Hij vindt het belangrijk dat ik mijn school afmaak en hij weet dat ik het kan.’ Nikita weet nog niet wat ze na haar school wil gaan doen, maar ze vindt het wel belangrijk om mensen te helpen. ‘Ik wilde graag in het leger, maar door de huidige situatie met IS ben ik er toch nog eens over na gaan denken, ik vind het nu te gevaarlijk. Ik vind het wel belangrijk dat ik iets doe waarmee ik kan laten zien dat ik voor iemand klaarsta. Dat ik mensen niet laat vallen. Ik wil mensen laten weten dat ik er wél ben als ze een probleem hebben. Ik heb zelf nooit het gevoel gehad dat ik iemand kon vertrouwen, maar ik wil andere mensen wel dat gevoel geven.’

Kans

Het enthousiasme over Covey en over haar eigen aanpak en inzet is niet onopgemerkt gebleven. ‘Ik mag binnenkort op een training aan ouders en kinderen gaan vertellen over het boek en over Covey, en wat ik hier van heb geleerd. Ik vind het echt heel eng, maar zo’n kans krijg ik maar één keer.’ Op de vraag of Nikita denkt dat anderen dit boek zouden kunnen gebruiken, zegt ze resoluut: ‘zeker weten! Toch vind ik het nog wel moeilijk om in het kort uit te leggen waar het boek over gaat. Ik zeg dan maar dat het gaat over de stappen die ervoor zorgen dat je een beter mens kunt worden. Toch zie ik mezelf niet als een heel speciaal mens. Door het boek krijg je wel mee dat iedereen gelijk is, maar dat iedereen op een andere manier doet en denkt. En dat is goed.’